Artikel 44 vragen Perkpolder 2 oktober 2020 Populair

marker Door In 2020 936 weergaves

Downloaden (pdf, 93 KB)

Art44-vragen-plan-Perkpolder02-10-2020.pdf

Geacht College,

Betreft schriftelijke vragen conform Art. 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid François Babijn, PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ), aangaande plan ‘Perkpolder’. 

Toelichting

(BRON: Omroep Zeeland d.d. 30 september 2020)

‘Zorgen van omwonenden over vervuiling dijk Perkpolder nemen toe na nieuw rapport’.

‘Te weinig onderbouwing voor het laten liggen van verontreinigde grond bij Perkpolder’.

‘Provincie ziet geen reden tot ingrijpen dijk Perkpolder’

Naar aanleiding van diverse publicaties aangaande plan Perkpolder in de media, waaronder met name Omroep Zeeland, richten wij onderstaande vragen aan uw college.

 

Vragen

  1. Kan uw college uitleggen waarom de leden van Provinciale Staten genoemde feiten aangaande plan Perkpolder uit de media moesten vernemen?
  2. Waarom heeft uw college het Tauw-rapport niet aan PS doen toekomen?
  3. (a) Waarom ziet uw college geen reden tot ingrijpen dijk Perkpolder; monitoren alleen is toch geen maatregel om de vervuiling tegen te gaan en daarenboven heeft de Provincie Zeeland toch een controlerende en corrigerende functie als het gaat om bodembescherming?
    (b) Of vindt uw college het niet verontrustend dat uit onderzoek blijkt dat er bijvoorbeeld te hoge concentraties calcium, arseen, benzeen en tolueen in de grond aanwezig zijn en dat de pH-waarden te hoog zijn?
  4. (a) Waarom legt uw college, ter voorkoming van ‘een mogelijke verdere vervuiling’ en daardoor een mogelijke toename van het risico voor de volksgezondheid, geen extra maatregelen op aan Rijkswaterstaat?
    (b) Of ziet uw college geen risico’s met betrekking tot de ‘volksgezondheid’; zo nee, waarom niet?
    Tauw stelt, naar aanleiding van het nalopen van de onderzoeken van Deltares en het RIVM, dat uit dat rapport valt op te maken dat er niet overal klei ligt en dat er dus gevaar is dat gevaarlijke stoffen zich toch gaan verspreiden. Tauw zegt dat hierdoor de bodemwet wordt overtreden en dat Rijkswaterstaat niet goed heeft onderbouwd waarom de vervuilde grond niet moet worden afgegraven.
    De meest opmerkelijke conclusie in het rapport gaat over de Thermisch Gereinigde Grond (TGG) in de kern van de dijk. In een derde van de monsters werden te hoge verontreinigingswaarden gemeten. Tauw trekt daaruit wederom de conclusie dat er sprake is van een overtreding van het besluit bodemkwaliteit.
  5. Kan uw college verklaren waarom er in een derde van de monsters TGG uit de kern van de dijk te hoge verontreinigingswaarden konden worden gemeten, terwijl dit toch officieel gecertificeerde TTG betreft?
  6. Hoe groot acht uw college de kans dat de vervuilde grond dient te worden afgegraven en moet worden vervangen door grond die wel aan de normen voldoet? Graag ontvangen wij van uw college een uitgebreide onderbouwing van uw antwoord!
  7. Als, in het ergst denkbare scenario, de vervuilde grond zou moeten worden afgevoerd en zou moeten worden vervangen door grond die wel aan de normen voldoet, hoe hoog schat u dan de totale kosten in, en wie draait of draaien daar dan voor op?
    (N.B. Voor dat je de bestaande dijk kunt afgraven moet er eerst weer een dijk aan zeezijde worden aangelegd, en die dijk moet vervolgens, nadat bestaande dijk is vervangen, ook weer worden verwijderd!)
    Reeds in een eerder stadium, d.d. 17 juli 2017, heeft de Statenfractie van de PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ) art. 44 vragen gesteld m.b.t. plan Perkpolder aan uw college, waarop uw college op 5 september 2017 heeft geantwoord (zie bijlage).

    De toenmalige vragen waren:
    1. Kan uw College bevestigen dat het definitieve “restrisico” voor de provincie Zeeland, aangaande het Plan Perkpolder, daadwerkelijk alleen de 3,3 miljoen Euro garantstelling is?
    2. Zo nee, dan wil de Statenfractie van de PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ) van uw College alle risico’s, nader gespecificeerd en inclusief de bedragen die daaraan mogelijk gekoppeld zijn, vernemen.
    Het toenmalige antwoord van uw college staat te boek als ‘het kortste antwoord van Gedeputeerde Staten ooit’. Namelijk, ik citeer: ,,Ja”.
  8. In het licht van de recente ontwikkelingen willen wij van uw college graag een bevestiging ontvangen dat u achter dat antwoord blijft staan; of komt uw college daar nu op terug?
  9. Aangaande de dijkveiligheid, met in het achterhoofd dat Deltares in 2016 aangaf dat het gebruik van Thermisch Gereinigde Grond (TGG) in een dijklichaam vanwege een ‘mogelijke verklitting’ niet wenselijk is (er zouden door verharding scheuren kunnen ontstaan in de dijk), willen wij van uw college de verzekering ontvangen dat de dijkveiligheid te allen tijde gegarandeerd kan blijven worden.
    Tijdens het storten van de grond destijds, kwamen er klachten van omwonenden over tranende ogen en huidirritatie door het stof dat uitwaaide richting die omwonenden.
    Het RIVM concludeerde dat het stof verder geen gevaar voor de gezondheid opleverde.
    Tauw vindt die conclusie voor een gedeelte te voorbarig, omdat er geen onderzoek is gedaan naar het effect van het stof in de tuinen van de omwonenden, en daardoor niet met zekerheid is te zeggen of die grond veilig gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld het kweken van groenten. Tauw vindt dat Rijkswaterstaat moet overwegen om alsnog onderzoek te laten doen.
  10. Is uw college het eens met de conclusie van Tauw op dit punt, en gaat uw college opdracht geven aan Rijkswaterstaat voor een dergelijk vervolgonderzoek? Zo nee, waarom niet?
  11. Kan uw college bevestigen dat de volksgezondheid op geen enkel moment in gevaar is geweest, is, of kan komen?

 

In afwachting van uw beantwoording, verblijven wij,

 

Hoogachtend,

Statenfractie PARTIJ VOOR ZEELAND (PVZ),

François Babijn, Fractievoorzitter

Partij voor Zeeland.nl

Nieuwsbrief

Aanmelden of afmelden

Ontvang onze nieuwsbrief
Ik ga akkoord met Gebruiksvoorwaarden en de Privacy beleid
U ontvangt na uw inschrijving een mailbericht om uw inschrijving te bevestigen

Actueel

Partij voor Zeeland